Artikels Aquatropica Kortrijk
De andere kant deel 2: De pracht … verkracht
Dieter Anseeuw (november 1998)
Alsof de natuur nog niet genoeg te bieden heeft, duiken in de dierenwinkels alsmaar nieuwe kweekvormen (van vissen) op, waarbij vaak bepaalde anatomische kenmerken van de diersoort sterker tot uitdrukking worden gebracht.
Goudvissen worden reeds meer dan 1000 jaar lang, vooral in China, gehouden en nagekweekt. Sommige van de over honderden jaren zorgvuldig ontwikkelde en verdergekweekte vormen zien er ronduit monsterachtig uit. Hiertoe behoren beslist de zogenaamde “sluierstaarten”. Ze zijn “toegetakeld” met extreem lange en dunne vinnen waardoor ze niet meer in staat zijn zich op een normale wijze voort te bewegen. Zoiets draagt uiteraard bij tot een verhoogd stressgevoel bij de dieren, wat hun gezondheid niet ten goede komt. Een ander voorbeeld is de “leeuwenkop”, een goudvissoort die “verminkt” is met sterke bovenhuidse begroeiingen op zijn kop. Deze massa huidplooien krimpen niet alleen het gezichtsveld van het beestje in, maar zijn ook vaak een goede voedingsbodem voor bakteriën die zo gemakkelijker de vis infecteren.
Ook bij levendbarende tandkarpertjes, die op grond van hun hoge mutatiefrequentie en variabiliteit steeds in nieuwe kweekvarianten op de markt komen, worden vormen aangeboden die zich niet meer natuurlijk kunnen gedragen. Denk maar aan de “ballonmolly’s”, dewelke een gekromde en verkorte wervelkolom hebben, waardoor ze er uitzien als een ballonnetje. Deze “gehandicapte” kweekvorm is ook duidelijk minder levendig dan de oorspronkelijke molly. Onder de guppy’s komen kweekvormen voor waarbij de mannetjes dergelijk grote sluierstaart kregen toebedeeld waardoor ze zich slechts met veel inspanning kunnen voortbewegen. Er zijn zelfs al vormen waarvan de mannetjes niet meer in staat zijn om de vrouwtjes te volgen bij het paren. Om deze soorten te kunnen kweken snijden de fokkers (want de term aquariaan verdienen ze niet) de staart voor een stuk af. Verder bestaan er door bepaalde kruisingen tussen zwaarddragersoorten met platysoorten zogenaamde “tumorvarianten”. Dit zijn vissen die een pigmenttumor ontwikkelen, welke na verloop van tijd tot de dood van het beestje leidt.
Een vissoort die de laatste jaren veel furore maakt, is de papegaaivis. Deze dieren, die geïmporteerd worden uit Zuidoost-Azië en oorspronkelijk in Taiwan gekweekt werden, zijn kweekvormen van Amphilophus citrinellus of Amphilophus labiatus, cichlidensoorten uit Middenamerika, meer bepaald uit Honduras, Nicaragua en Costa Rica. “Papegaaicichliden” hebben een extreem kleine, papegaaiachtige bek waardoor ze enkel kleine voedselpartikels aankunnen. Ze hebben tevens een onbeholpen zwemstijl.
De grootste smet op de “aquariumhobby” zijn de “disco-glasbaarzen”. Je ziet ze vaak in de winkelrekken van grote vijvercentra, annex “dierenspeciaalzaken”. Het betreft hier de normale, gekende glasbaars maar dan bewerkt met naald en spuit. Elke vis wordt individueel met een fluorescerend goedje ingespoten in de rug waardoor een discokleurige vlek te zien is. Geen enkele moeite wordt gespaard om geld in het laatje te krijgen. Dat de visjes kort daarop sterven aan allerlei slepende kwalen ten gevolge van de kleurstoffen, komt de producenten alleen maar goed uit, want zo kunnen ze telkens weer nieuwe diertjes leveren.
Het spreekt uiteraard voor zich dat een visliefhebber, met enig respect voor de natuur, dergelijke geldgerichte praktijken niet steunt door zo’n “kunstmatige natuurproducten” te kopen. Maar zelfs al heb je goede bedoelingen en koop je enkel normaal gevormde vissen, dan nog moet je op je hoede zijn voor onnatuurlijke creaties zoals kruisingen.
Kruisingen tussen twee verschillende vissoorten komen ook in de natuur voor, doch slechts heel zelden. Enkel wanneer de vissen geen soorteigen partner vinden (meestal door tussenkomst van de alles overheersende mens) zouden ze zich kunnen vergrijpen aan een sterk gelijkende soort. Vaak spruiten daaruit gebrekkige of opvallende vissen uit voort, die in de natuur snel opgeruimd worden door predatoren. In het aquarium ontstaan kruisingen veel sneller vermits de vissen dichter op elkaar leven. Daar komt nog bij dat de vissen vaak slechts per koppel aangekocht worden zodat ze geen vrije partnerkeuze kunnen uitvoeren, maar gedwongen zijn het te stellen met de partner die ze toegewezen krijgen (dikwijls dan nog een zus/broer; cf. artikel over inteelt). Soms zijn het maar subtiele verschillen in het kleurpatroon (vaak doordat ze voorkomen in gelijkaardige biotopen, maar enige kilometers van elkaar verwijderd; men spreekt van geografische varianten) die twee vissoorten van elkaar onderscheiden. Het is dan ook aan te raden om slechts één soort tegelijk in het aquarium te verzorgen indien je wil kweken. Bij de aankoop van de vissen in twee verschillende winkels (cf. artikel over inteelt) moet je dan wel goed uit je doppen kijken dat je met dezelfde kleurvariant te maken hebt. Vandaar dat een correcte naamgeving en een betrouwbare aquariumhandelaar, die raszuivere dieren aanbiedt, van primordiaal belang is.
Hoewel sommige kweekproducten er wel best mooi kunnen uitzien, keur ik geen enkel ervan goed. Er zijn reeds zoveel problemen met milieuvervuiling en met de teloorgang van natuurlijke biotopen waar vissen kunnen voorkomen dat het alsmaar noodzakelijker wordt om de normale, natuurlijke vissoorten in gevangenschap na te kweken en van uitsterven te behoeden. Om als voorbeeld nog maar de guppy te geven. Iedereen kent wel deze veelkleurige kweekmachientjes, maar wie heeft ooit al de wilde vorm gezien? Die is volledig verdrongen door de gecultiveerde kweekvormen en is binnen enkele jaren misschien uitgestorven zonder dat iemand er bij stilstaat.
Laatst bijgewerkt: donderdag 26 december 2013 20:38:35 +0100